Is het dan zover? Gaat er vandaag – 7 februari – een frisse wind door de samenleving die we te danken hebben aan een nieuwe generatie?
Vandaag demonstreren de jongeren in Nederland in den Haag. Zij voelen zich bedreigt in hun bestaan en willen hun stem laten horen. Het gaat hier niet om meer loon, andere omstandigheden op school, een sneller internet of welk ander onderwerp dan ook. Nee, het gaat over hun eigen recht van bestaan in een schone wereld.
Een hele generatie voelt zich bedreigt en geeft het signaal af niet genoeg gehoord te worden door de generaties boven hen. Het is hun toekomst, hun wereld en ze ontwaken in de ernst van de huidige situatie. Ze zijn niet geblokkeerd door economische en politieke belangen maar stellen voorop dat ze gewoon willen kunnen leven op een aarde die niet vervuild is en door klimaatverandering onleefbaar is geworden door de nalatigheid van degenen die hen zijn voorgegaan.
Een zuinige minister stelt dat demonstreren wel mag, maar dan buiten schooltijd. Ze mogen niet verzuimen. Maar verzuimen doen ze door hun stem niet te laten horen en hun onmacht en hun bezorgdheid niet te uiten.
Deze jongeren doen wat ze moeten doen. De inzet van het geluid dat ze willen afgeven is immers het voortbestaan van de mensheid, van de vele levensvormen op deze planeet. Ze ‘verzuimen’ school, in België, in Nederland en hopelijk in steeds meer landen om te laten horen wat hen zo diep aan het hart ligt.
In plaats van een oordeel over hun verzuimen zouden we ze moeten stimuleren hun stem te laten horen. We doen er goed aan hen te betrekken bij de maatschappelijke discussie over de toekomst en laten we hen uitnodigen hun visies en inzichten te vertellen. Zij zijn niet beperkt door economische belangen en door politieke kaders die de generaties boven hen wel kleuren. Hun gedachtegoed kan fris en open zijn, moedig en vol van wilskracht om er iets van te maken voor henzelf, voor de toekomstige generaties en voor alle levensvormen op aarde.
Wanneer we de jongeren niet willen horen in wat ze trachten te laten zien, ontstaat er een defaitisme of een fanatisme zoals ik dat ook zelf in mijn jeugd in mijzelf zag toen nagenoeg niemand serieus nam wat ik aan zorgen uitte over het milieu en over de toekomst van al het leven op aarde. Dat is nu bijna vijftig jaar geleden en ik verheug mij over de beweging die is opgestaan. Dit is niet spijbelen maar een ontwaken en een betrokkenheid die een leerschool pur sang is. Vandaag is een belangrijke dag en hopelijk volgen er nog veel van. Het kunnen voortbestaan van het leven op aarde staat centraal.
In wat de nieuwe generatie vandaag laat horen, klinkt iets door wat van groot belang is voor ons allemaal. Alle levensvormen zijn met elkaar verweven en verbonden. We kunnen niet leven zonder voor de natuur te zorgen, haar te behoeden en te behouden. De dreigingen op het gebied van het milieu spreken ons allemaal aan op een wijze die niet eerder plaatsvond. Opeens is het leven hier op aarde niet meer vanzelfsprekend en oneindig. Wij zijn in staat het grotendeels te vernietigen en kunnen zo het leven voor ons als mensheid onmogelijk maken. We beginnen te verstaan hoe we met al het leven verbonden zijn. Het is nog maar een kleine stap om te ontdekken dat we als mens geen eigenaar van de natuur zijn, maar wel de behoeder ervan. Iets wat al in het scheppingsverhaal wordt uitgedrukt.
We zijn deel van deze schepping en staan er niet boven. Dat besef zorgt voor een omzien naar het leven als een eerste belang. De waarde verschuift van geldelijke belangen als primair onderwerp naar het samenleven met alle levensvormen die deze aarde bevolken. Het gaan zien van deze verbanden zorgt er ook voor dat we met nieuwe ogen kunnen leren kijken naar welke prioriteiten in het leven essentieel zijn. En de allereerste is het leven op zich als een onschatbare rijkdom. De materiële rijkdom die we nu veelal nastreven is zonder leven niets, is dood. Zo groeit het besef van de verbondenheid met en tussen alle levensvormen. Uiteindelijk zal het nieuwe zicht helpen om te ontwaken in de verwevenheid tussen schepping en Schepper.
Laten we luisteren naar de stem van de jongeren en hen willen horen in wat ze uiten aan bezorgdheid, angst en onrust. Zij hebben de moed om in de frisheid van hun bestaan te laten klinken wat bij ons volwassenen zo vaak is ondergesneeuwd onder allerlei secundaire belangen. Zij kunnen ons helpen wakker te worden om dit tijdsgewricht naar een nieuw besef samen door te maken. Het is er voor velen, zeer velen in de nabije toekomst en voor de volgende generaties erop of eronder.
We breken door naar een nieuwe context waarin we onszelf ervaren of we dwalen verder in de ons vertrouwde wereld die ons nu tot op de rand van grootschalige vernietiging van vele levensvormen heeft gebracht. En wij… wij zijn daar onlosmakelijk deel van.