Het is vandaag 14 december misschien net te vroeg om terug te kijken op dit kalenderjaar en vooruit te kijken naar het volgende. Anderzijds is de adventsperiode het begin van een nieuw kerkelijk jaar en de periode van verwachting en hoop. En het is de hoop van waaruit dit stuk geschreven is.
Dit jaar was voor Bousquet
een bewogen periode. Het begon na de stilte van de winter waarin de
voorbereidingen worden gemaakt voor het nieuwe seizoen in maart met een hernia
die tijdens de terreinweken opkwam. Niet alleen aangetaste eiken werden
neergehaald, maar ook ikzelf werd geveld. Opeens was de gang van zaken op
Bousquet niet meer zo vanzelfsprekend en dat gaf in mij en, naar ik meende te
herkennen, ook in anderen een zichtbare schok. Hoe nu verder?
Natuurlijk kan deze fase
gezien worden als iets tijdelijks. De kans dat je herstelt van een hernia is
immers redelijk groot en zo bleek het tot nu toe ook grotendeels te gaan. Een
genezingsproces trad in dat nog altijd verder gaat, maar de innerlijke
ervaringswereld bleek in mij en in Nicolette flink te zijn aangeraakt. Gedurende
een periode van tien dagen in april kwamen we met een kleinere groep op
Bousquet bijeen om ons samen te bezinnen op de betekenis en de toekomst van deze
plek in het perspectief van de huidige tijd. Het werd een bewogen periode die
na de tien dagen niet stopte. De innerlijke aanraking ging verder.
Het is mij in de loop van de
periode steeds duidelijker geworden dat Bousquet tot op deze dag een betekenisvolle
plek is. Maar wat maakt een plek betekenisvol? Dat is niet de ligging, of de
aard van het gebouw. Hoe boeiend of mooi ook, dat blijven externe factoren.
De tijd waarin we leven is
een tijd van veel bewogenheid waarin we met elkaar beginnen te herkennen en
erkennen dat we afstevenen op een wereld die een volkomen verandering zal ondergaan.
Die verandering bedreigt plantenleven en dierenleven. Tenslotte worden ook
mensenleven bedreigt en kan zelfs vernietiging van alle levensvormen op grote schaal
werkelijkheid worden.
Of het echt zover komt? Die vraag kan beter omgedraaid worden. Waarom staan we
toe dat dit proces al ingezet is en zonder drastische verandering verder vorm
zal krijgen? Wat we ook besluiten om aan maatregelen te nemen, steeds weer
duiken er berichten op waaruit blijkt dat we de ontwikkelingen rond de
vervuiling en de klimaatverandering niet keren. We kunnen daaruit opmaken dat
ons individuele gedrag niet afgestemd is op het grote gevaar waarin we
verkeren.
We zijn het station gepasseerd waar we ons nog konden wenden tot een collectieve mensheid om diezelfde mensheid tot bewustzijn te brengen en een dramatisch lot te besparen. Dat klinkt misschien oordelend maar dat is het zeker niet. De realiteit openbaart hoe ons handelen is en hoe we blijven kiezen voor consumptiedrift om onszelf te blijven bevestigen en om een veiligheid van bestaan te zoeken. Zo doet alleen al de aanschaf van alle SUV’s in de laatste jaren de inzet teniet om het CO2 akkoord van Parijs te halen. De grotere uitstoot van CO2 bij deze auto’s weegt bij de individuele verlangens om dit type auto te kopen niet op tegen wat we ermee willen uitdrukken. Waar we in Parijs afspraken de veel te hoge uitstoot van CO2 snel en sterk te verminderen blijkt er nu sprake te zijn van een toename van 4%. Nieuwe CO2 records in de atmosfeer zijn dan ook steeds weer een realiteit.
Het is maar één voorbeeld van wat er wereldwijd gaande is. Alleen al sinds de periode dat ik begin februari een stukje schreef op de website over de beweging die bij de jongeren op gang kwam, is de situatie aanzienlijk verslechterd. Politiek ingrijpen gebeurt wereldwijd nog altijd te schoorvoetend gezien de klimaatsveranderingen, de toename van de CO2 en de voortschrijdende mondiale vervuiling van land en zee. Politici vrezen het verlies van populariteit en grote maatschappelijke onrust wanneer de maatregelen ons eigen leven gaan raken.
Kunnen we de wereld nog redden? Het is een vraag die zich opdringt bij degenen die zich niet willen afsluiten voor de berichtgevingen en de realiteiten die zich ontvouwen. Van verandering en aantasting groeien we zonder ingrijpende koerswijziging regelrecht naar een catastrofe, en daar deden we als mensheid verrassend kort over. De korte periode sinds de aanvang van de industriële revolutie rond 1880 (toen zelfs al de eerste publicaties over de mogelijke gevaren van de CO2 verschenen) tot aan is genoeg geweest om al het leven en zichzelf te bedreigen. En dat na tien miljoen jaar van relatieve rust in de aardse atmosfeer.
Laten we erkennen dat we intussen een ‘code rood’ hebben voor het leven op aarde. Natuurlijk is het confronterend dit te lezen en de eerste reflex zal mogelijk de ontkenning zijn van deze situatie. Dat is een psychisch fenomeen dat nodig is ter wille van de eigen behoefte tot overleving en helpt de angsten te bestrijden. Het is ook een uiting van de toenemende stress waar steeds meer mensen aan lijden en die het gevolg is van alle zorgwekkende informatie.
Niet langer is er voor mij de inzet om de wereld nog te redden, iets wat ik wel probeerde toen ik vijftig jaar geleden in het actiewerk trachtte de mensheid bewust te maken van de vervuiling en het gevaar dat we toen al liepen. De uitspraak waarmee deze alinea begint is niet een handdoek die in de ring wordt gegooid, niet een defaitisme en een onmacht waarmee de strijd om de collectieve bewustwording wordt opgegeven.
Ik ben mij bewust geworden dat deze tijd openbaart hoe wij als mens zo verweven zijn met de krachten van het basale instinct ter overleving en ter zelfhandhaving, dat we niet onderscheiden hoe we het denken aanwenden om vanuit het eigen belang te handelen. Tot op heden staat daarin het ‘ik’ centraal, zelfs wanneer we trachten de wereld te redden omdat ‘ik’ daarmee veilig ben, net als mijn eventuele kinderen en kleinkinderen.
We komen alleen verder als we
deze gesteldheid van eigenbelang in onszelf erkennen en beseffen dat we vanuit
het daardoor gekleurde ‘ik’ de wereld om ons heen bezien. We zijn op deze wijze
niet in staat zijn om in een groter perspectief te schouwen en komen niet over
een drempel naar een nieuwe wereld van ervaren waarbinnen grotere perspectieven
zichtbaar worden.
Het is een enorme stap
wanneer we erkennen dat ‘ik’ binnen het perspectief van eigenbelang handel. Alle
inspanningen en toenemende politieke wil verandert daar niets aan. Dat kunnen we
toetsen aan de maatregelen die genomen moeten en hopelijk ook zullen worden. ‘De
regering doet zijn best en het komt wel goed.’ We drukken een angst over het
milieu weg die feitelijk de oorzaak is van de milieustress bij steeds meer
mensen. ‘Wat moet je anders?’ We gaan gewoon verder met ons leven, totdat…
blijkt dat door de verslechtering van het klimaat en door toenemende
maatregelen ons eigen portemonnee wordt geraakt. Maatschappelijke chaos door
bijvoorbeeld misoogsten, weerrampen, waterproblemen liggen in de toekomst
verscholen en zijn op een toenemend aantal plaatsen in de wereld al zichtbaar. Dan
komen we al snel tot een ontzetting door een aangetast eigenbelang die al veel
eerder had moeten plaatsvinden, maar op grond van wat we het leven op aarde
aandoen en al aandeden.
In deze fase komen we
individueel op een tweesprong te staan Dat geldt voor ons allemaal. De
tweesprong bestaat uit twee verschillende richtingen.
- We bezien onszelf
als een betrokkene bij al het leven en beseffen dat al het leven op aarde met
elkaar verweven is. De mens kan bestaan dankzij de levensvormen om hem heen.
Dat geldt dus voor de planten en de dieren, ja zelfs voor de planeet zelf met
haar uitgestrekte vlakten, dalen, bergen en zeeën.
- We blijven ons
primair richten op een mensbeeld waarin het uiterlijk welzijn voorop staat en
de motivatie van ons bestaan geput wordt uit wat we vergaren.
Natuurlijk is een dergelijke
tweedeling te zwartwit gesteld. Er zijn vele tussenvormen. Maar toch kunnen we
niet beide punten tegelijk kiezen. Dat is als hinken op twee benen.
Wie kiest voor het eerste punt zal bewust worden dat leven niet synoniem is aan de fysiek tastbare levensvormen, maar dat leven zich uit in de vele levensvormen. Dat klinkt waarschijnlijk als een cryptogram maar wanneer we deze zin herlezen en op dit onderscheid reflecteren, kunnen we gewaar worden dat leven op zich iets is dat elke levensvorm belichaamt. Leven blijkt dan opeens een kwaliteit die de individuele levensvormen overstijgt.
Door ons te richten op de bewustwording van wat leven is, ontstaat in een verdiept ervaren van ons eigen bestaan. Hier treedt een pad van ontwaken in werking die ons naar de Bron van het leven kan voeren. Opeens komen spiritualiteit, eeuwenoude overleveringen over wat leven is en de fysieke kwaliteit van bestaan in verbinding en verandert het wereldbeeld in onszelf volledig. Er groeit een nieuw begrip over ons mens-zijn als uniek wezen dat is ingebed in een veel groter geheel van bestaan dan alleen de fysieke wereld om ons heen.
Degenen die deze weg willen gaan, stappen over een innerlijke drempel die we in deze samenleving hebben ingebouwd. Het is de drempel die bestaat uit de nadruk dat je jezelf hier en nu moet waarmaken in het leven door uiterlijk resultaat en succes. Achter die drempel komen we in aanraking met hoe hier en nu een volheid van bestaan in ons ligt die we niet kunnen waarmaken maar die er zonder voorwaarden is. Het lijken slechts woorden maar de verandering is innerlijk van onschatbare waarde. Niet omdat we iets bereiken maar omdat we ontwaken in wie we in volheid zijn: Leven.
Het is een doodlopende weg om
het leven op aarde te redden met behoud en vermeerdering van alles wat we
onszelf tot nu toe in ons ‘ik’ verworven hebben. Die weg loopt dood omdat we
steeds weer dezelfde belangen tegenkomen die ons blind laten zijn over ons
zelfbehoud waardoor we handelen ten koste van de schepping in onszelf en de
schepping om ons heen. Er komt geen structurele verandering op gang en we
blijven proberen de wereld op een halfslachtige wijze te redden met een hooguit
langzamere teloorgang van de schepping.
De behoefte van de wereld en al het leven erop aanwezig is dat wij als mens ons wenden tot een uniek vermogen dat we in ons dragen. Dat is dat we beginnen te verstaan hoe we puur leven zijn en hoe puur leven zich in alles uitdrukt.
Wie tot die erkenning komt en tracht dat besef elke dag in zichzelf te laten groeien, ontdekt dat leven als kwaliteit de individuele vorm overstijgt. Leven kan in de mens geschouwd gaan worden en er kan zich gaan ontvouwen hoe we een wezen zijn dat een unieke plek inneemt in deze schepping. Een plek die bestaat uit het vermogen om het leven in onszelf te gaan herkennen als geschonken of uitgedrukt door een Bron van bestaan. Ga voorbij de weerstanden tegen woorden, tegen religies of wat dan ook. Dan wordt mede herkenbaar hoe bijvoorbeeld het Christendom altijd heeft geprobeerd om dit besef te bewaren. Ik heb het niet over misstanden en dwalingen. Alles is het menselijk zoeken niet vreemd.
Wat beweegt ons om te zoeken? Is dat voorbij de natuurlijke behoefte aan zekerheid niet juist het verlangen om innerlijk een Thuis te ontdekken? Hoe mooi ons uiterlijk huis als bezit ook kan zijn, als er innerlijk geen Thuis is, kan er geen volheid van leven ervaren worden. Andersom is het wel mogelijk. De bedelaar of de asceet kan innerlijk Thuis zijn.
Het was een hele verhandeling
maar het brengt ons terug naar de vraag: ‘En Bousquet dan?’ Bousquet is een
plaats die ons kan helpen zicht te krijgen op alles wat beschreven is. Een
pleisterplaats waar we even los zijn van de wereld waarin we leven. Het is
noodzakelijk dat we met de opgedane inspiratie weer de samenleving ingaan.
Simpelweg omdat wat innerlijk tot ontwaken komt een belangrijke bijdrage is aan
het proces dat we als mensheid gaan.
Het is niet meer de inzet om de
wereld te redden, schreven we. Het is nu de inzet om innerlijk bewust te worden
dat we de mogelijkheid in ons dragen om te ontwaken in wat leven in de kern is.
Dat wat innerlijk ontwaakt, opent zich voor al het leven in deze wereld.
De mensheid staat op een
tweesprong, en dat houdt in dat we niet meer kunnen uitstellen. Uitstel is
bevestiging en de toename van de weg van lijden. De andere weg brengt ons naar
een ervaring van innerlijk één-zijn, verbonden met alles wat plaatsvindt. We hoeven
onszelf in de golven van deze tijd niet meer te verliezen doordat we geborgen
zijn in het Leven zelf en de ervaring van een Bron die alles omhult. We zullen dan
op een betrokken wijze schouwend worden ten opzichte van elke maatschappelijke
beweging. Die innerlijke ervaring zal dienen als een anker voor onszelf en
daarmee voor de ander die een aanlegplaats zoekt voor het ‘eigen’ bootje dat op
de golven heen en weer geslingerd wordt. Zo ontstaat er een groeiend besef in
ieder die wil.
Geschreven in samenwerking met Nicolette,
Paulus