23-4-2021
In deze wereld met zoveel belangen ga ik de weg van het leven. Waar sta ik? Wie ben ik? Wie ben ik in het licht van een eventuele Schepper, van een mogelijke God?
Mijn vragen zijn niet te stillen met uiterlijke zekerheden. Wat zekerheid lijkt, blijkt lang niet altijd te vervullen en niet de diepere levensvragen te beantwoorden.
Wat is werkelijkheid? Dat wat ik aan zekerheden van de wereld zie of dat wat ik diep van binnen onderscheid en ervaar als een kern van leven? Gaat het één samen met het ander? Is er een zekerheid van bestaan die mij geschonken kan worden?
Vragen die als een rode draad door het leven ons kunnen leiden door alle gebieden van het uiterlijke bestaan op een weg naar binnen.
Ik verlang, terwijl ik de weg ga van de verkenning binnen de openbaring van het leven.
Gedreven door vragen
die ik durf te voelen en durf te stellen
trek ik door de wereld
en ontmoet de belangen
buiten mij en in mij.
De natuurlijke wereld
schenkt mij
dat ik op zoek mag zijn…
Wat een genade!
7-7-2021
We zijn als een zaad, ontluikend en ontwakend. We verlieten het paradijs met een belofte die zo weinig verstaan wordt:
‘Daar de mens nu is geworden als Onzer een…’
Een zin die we dikwijls maar laten voor wat het is omdat we niet goed weten wat we ermee moeten doen. Maar deze zin beschrijft hoe de krachten van God zelf, zoals Hij deze in de mens naar zijn beeld en gelijkenis neerlegde, in werking traden. Dat vond plaats op het moment van het nemen van de boom van kennis van goed en kwaad.
Een zaad heeft de bestemming om te ontkiemen. Dat vermeerdert het bestaan en biedt het zaad de kans om te zijn wat het in wezen is. De potentie is niet genoeg, het wordt tot leven gewekt door (levens)water.
Voor ons als mens is het niet anders. Iets bracht de potentie in werking binnen het beeld en de gelijkenis, en dat was het (symbolische) nemen van de boom. We worden geboren en nemen de werking van het tot ‘kennen’ komen met ons mee en daarmee ook de belofte van het ontkiemen van het bewustzijn.
Het zaad dat in ons lag binnen het beeld en de gelijkenis kwam in werking door het nemen van de vrucht en wil nu tot wasdom komen in zijn bestemming, vruchtdragend in ons.
Geboren
om ‘geboren’ te worden.
Tijd en ruimte zijn mij geboden
maar het wakker worden
kan zijn als in een flits,
een bliksem en donderslag
simpelweg omdat het verstaan zich in mij opent.
Het is het moment
dat we onze ware aard
in God
herkennen.
13-9-2021
Voorbij alle beelden die ik van god creëer, ontmoet ik God.
‘Wat moet ik zeggen?’
Een vraag die Mozes stelt bij het brandende braambos.
Misschien zonder het te beseffen trekken we op een eigen wijze door hetzelfde proces heen. Eenmaal op pad verandert de belevingswereld. De zekerheden waar we ons aan vast hielden worden steeds relatiever en vallen uiteindelijk weg. Hoewel dat tot de nodige verwarring kan leiden, geeft dat ook momenten van diepe rust en stilte. Er hoeft niets meer.
Dat is geen passiviteit of inactiviteit, geen niet betrokken zijn of onverschilligheid. Juist hier is volle aanwezigheid. Een aanwezigheid waar steeds minder tussen God en mij staat.
‘Ja, maar ik kan het niet grijpen en heb geen woorden…’ Nee, zo werkt het wanneer we naar binnen trekken en we beginnen te ervaren dat er zoveel meer is dan het denkvermogen en het woordbegrip van het ik. Durf het aan, bevecht het niet. Het is een uiting van de rijping waar je zo naar verlangde.
We willen liever van alles beleven, bijvoorbeeld zo’n intense ervaring als van Mozes bij het Vuur. Maar wanneer de gewaarwording steeds puurder wordt, is deze niet meer te vangen door de beelden die we onszelf creëren over wat we zouden moeten voelen, zien of horen.
God heeft geen enkele intentie zich te bewijzen en kenbaar te maken omwille van jouw belang, maar alles is open om Hem te ervaren in het centrum van je wezen.
‘Ik ben die ik ben.’
Er is geen steen nodig, geen nest en geen hol.
Ik zie mijn beelden dwarrelen,
ervaar mijn lichaam en adem,
hier en nu…
‘Ik ben die ik ben.’
Woorden hoeven niet,
begrijpen ook niet,
een Vuur
waar ik voor sta.
6-11-2021
We verzetten ons vaak tegen hoe het leven gaat, het moet anders vinden we… We zoeken een weg waarbij we proberen het leven te vormen naar de volgens ons juiste beelden. Zo werkt het leven binnen het natuurlijke bestaan en de daarmee samenhangende vormwereld. Hoe onbewuster we zijn, hoe meer we beleven dat het bestaan alleen maar uit deze beeldvorming opgebouwd is.
Wat gebeurt er in ons wanneer het bewustzijn toeneemt?
We gaan steeds meer herkennen hoe al het leven rust in God. Daardoor verandert ook de omgang met de werkingen van het leven. Het wordt ons eerder bewust dat al wat zich voordoet als de spiegel is waar we in kijken. Het vermogen groeit om het Levende in de ervaringen te kunnen herkennen waardoor de emoties een bodem krijgen tijdens de beleving. Hier is de herkenning dat ‘Ik ben…’ van onschatbare waarde. Het perspectief waarmee we het leven aangaan verandert daardoor en elke dag begint de kwaliteit van de Geest te ademen.
Is er dan geen emotie? Jawel, we zien toch ook bij Jezus hoe Hij alle emoties tegenkomt maar binnen de eenheid met de Vader vecht Hij niet tegen de openbaring van het leven zelf. Op deze grond rust ook de betekenisvolle uitspraak:
‘Vader, indien Gij wilt, neem deze beker van Mij weg; doch niet mijn wil, maar de uwe geschiede!’ (Lukas 22:42)
Nu we in deze bezinningen de werking van de openbaring van Gods schepping onderzoeken, wordt het herkenbaar dat de vorming van beelden bij de natuur hoort. Tegelijkertijd wordt het nu zichtbaar hoe we de beelden vastpakken binnen het ik. Dat vindt plaats doordat we de eenheid in de schepping dan niet herkennen, net als de diepten die in de werkingen van goed en kwaad aanwezig zijn.
Als een mens op weg worden we uitgenodigd om onze beelden te observeren en te onderzoeken. Het is het ‘leermateriaal’ dat tot in de ziel een weten laat ontluiken dat tijdloos en onvernietigbaar is. Zo groeien we naar een levende ervaring dat het bestaan zelf onaantastbaar is en we in de Ene rusten. Dat is de poort die Christus voor ons opende.
Christus,
ontferm U,
moge mijn ziel verder en verder tot ontwaken komen
en mijn ik daartoe de leerplaats zijn…
14-11-2021
En de HERE God nam de mens en plaatste hem in de hof van Eden om die te bewerken en te bewaren. (Genesis 2:15)
Over deze zin spreken we niet zoveel. Eerder wordt er gesproken over de zinnen daarna die gaan over het nemen van de vrucht van de boom van kennis van goed en kwaad en over het baren met moeite en het zwoegende bewerken van de aarde … maar spreken we nog over het bewaren? Juist deze dagen van de klimaatsverandering en de milieudreigingen zou het zo goed zijn ons op deze zin te bezinnen.
Wanneer in het bewustzijn openbreekt dat alles één is in God en openbaring in Hem is, zullen we tot een geheel nieuwe relatie met elk medemens en met de natuur groeien. Niet langer staat het eigen welzijn en de eigen welvaart centraal zonder afdoende om te zien naar wat we doen naar de medemens en de schepping in haar geheel.
Wat we met de medemens, met de aarde en al het leven doen, doen we ook met onszelf.
Het lijkt vanuit het perspectief van het ik alsof er enkel een bestaan binnen mijn ik is en de wereld buiten ons los staat van ons. De realiteit is echter dat in de ene openbaring van leven niets los staat van elkaar.
Leven openbaart zich
in geheel deze natuur
en ik ben daar deel van.
Verbonden ben ik
met al het leven
omdat God zich daarin uitdrukt
tot op deze dag
in het hier en nu.
27-3-2022
Jezus doet een grote belofte:
….want Ik ben niet gekomen om de wereld te oordelen, doch om de wereld te behouden. (Johannes 12:47)
We zijn als cellen in het lichaam van de mensheid en onze bijdrage eraan is het groeiende herkennen van ons oorspronkelijke mensbeeld. Een mensbeeld dat rust in de klank van God om de mens naar Zijn beeld en gelijkenis te scheppen. Daarbinnen gaan we de weg van het ontwaken, ieder op een eigen wijze.
Wanneer we dit weten (be)leven, zal het zich uitdrukken binnen de context van het ik. Er spreekt dan een diepte, een creativiteit en een rijkdom aan expressie die voor velen tot een voeding kan worden.
Het stromen van de Bron zal een getuigenis van leven zijn op grond van wie je bent. Dat gaat voorbij alle kennis, zo zagen we bijvoorbeeld bij de bezinningen over Nikodemus.
Hoe groot is de liefde,
de schepping die zich van daaruit openbaart
en de plek die de mens daarin geschonken kreeg!
Geen afscheiding is de werkelijkheid
want alles rust in eenheid;
aan ons om hierin te ontwaken.
Nimmer alleen gelaten
altijd gedragen
met een liefde die zich fysiek manifesteerde
in de komst van Christus.
Christus,
ik verheug mij over en binnen uw ontferming!
19-5-2022
En wat baat het de mens, zo hij de gehele wereld wint, en zichzelf verliest of zichzelf schade doet? Lukas 9:25
De gehele wereld winnen, machtige imperia opbouwen, alles bezitten, goederen verzamelen, meer dan strikt nodig. We zijn in de natuurlijke zin als ‘Rupsje Nooitgenoeg’.
Het einde van dit kinderverhaal is een zich ontpoppende vlinder, maar voor de mens is het een zich inkapselen in wat hij gelooft en denkt dat hij is. Daarin zal hij gevangen blijven, net zolang totdat helder wordt dat (overtollig) aards bezit zorgen geeft die al snel een last worden en de afscheiding van de Ene versterken.
Wat baat het de mens om te hebben? Het baat de ik-mens, de mens die meent dat leven alleen materie is en bezit tot een doel heeft gemaakt. Er lijkt daarmee een almacht te ontstaan.
Toch zijn daarmee nog niet de werken van Schepper overwonnen of opzij gezet. Het ik heeft die macht niet en zal het nooit hebben. Eerder wordt het door een onbewuste angst aangedreven om veiligheid te scheppen en dat te projecteren op het vergaren van bezit, roem, status… De aardse mens verliest zichzelf dan in wat er aan bezit is.
Kijk om je heen en zie hoe slechts weinigen belangeloos het bezit ter heil en welzijn van de wereld hanteren. Zie hoe de onverzadigbare drijfveren mensen tot de waanzin van tomeloos bezit drijven. Een luxe jacht voor de prijs van een oorlogsschip; is er een verschil? Zijn het niet beiden de uitingen van macht en geweld?
Zie ook de andere kant. We kunnen armoede tot onze rijkdom maken en menen dat we er goed aan doen. Zo wordt armoede tot een bezit van het ik en zijn we er eveneens onvrij in. De overvloed van de Schepper wijzen we dan af. Het gaat niet erom hoeveel we wel of niet bezitten maar om de wijze waarop we ermee omgaan.
Ben ik vrij in armoede en ben ik vrij in overvloed? Beide polen kunnen diepe verkrampingen in zich dragen. Geestelijke groei houdt in dat we deze werkingen in onszelf observeren en gaan herkennen dat de rijkdom of de armoede niets zeggen over de innerlijke staat van de mens.
Ik heb of heb niet
maar wat baat het hebben of niet hebben
wanneer ik erin gevangen ben?
Niet de wereld vervult mij
maar zij is de voedingsbodem van mijn wording
en de vervulling is de rijkdom en overvloed
die alleen binnen het ontwaken
in de volheid van de Geest
herkend kan worden.
20-06-2022
‘Heb gij Mij lief?’
Is deze vraag een behoefte aan zelfbevestiging? Zou Jezus nou echt niet weten hoe groot de toewijding van Petrus is? Vragen als deze zouden in ons op kunnen komen.
Het mag duidelijk zijn dat de vraag over iets anders gaat. Natuurlijk weet de Meester wat er in Petrus omgaat. Hier gaat het om de voorbereiding voor een taak die op Petrus wacht, net als voor de andere ‘geliefden’ om Jezus.
Op welke gronden zullen ze de wereld in trekken? Moeten ze een missie volbrengen, een taak doen die hen is ingeprent? Een dergelijke startsituatie zou nooit werken. De grondslag van al het handelen kan alleen maar de innerlijke verbondenheid zijn met de Meester, met de Schepper uit wie alles voortkomt. Voorbij elk beeld ligt er de levensstroom in absolute puurheid en deze zal werkzaam zijn.
Jezus drukt dat uit door te zeggen: ‘Want de Heilige Geest zal u op het eigen ogenblik leren, wat gij zeggen moet.’ (Lukas 12:12 NBG51)
‘Heb je mij lief?’ Het is de vraag die voorbij het zelfbehoud gaat. Voor ons is dat veelal lastig voor te stellen omdat we allerlei beelden vormen over lief en liefde.
Het lief dat hier bedoeld wordt, is de onaantastbare relatie met de Meester, met Hem die in eenheid met de Vader is. De open poort die daardoor ontstaat laat het belang van de discipel verbleken en oplossen.
Door de ogen van onze tijd lijkt dat misschien haast gewelddadig omdat we toch juist iemand moeten zijn en worden, maar waren de apostelen dan nietszeggende doetjes? Waren ze dan niet meer dat uitvoerders zonder karakter, doorzettingsvermogen en kwaliteit als moed en innerlijke trouw?
We weten dat het krachtige mensen waren. Heel hun natuurlijke bestaan was voorbereid om bedding te geven aan de innerlijke openheid binnen deze relatie met hun Meester, met Christus. Het ‘enige’ dat fundamenteel oplost is het zelfbeeld van het belanghebbende eigenbehoud omwille van het natuurlijke bestaan.
‘Heb je Mij lief?’
klinkt in de diepte van het hart
als de Bron van al het bestaan.
Ik hoor deze vraag
binnen wie ik ben
en de zelfbeelden die ik in mij draag.
De vraag is geduldig en lankmoedig
maar stopt niet
wanneer de zoekende mens
de weg voorwaarts zoekt.
‘Heb je mij lief’,
kent alle werkingen en wegen
op grond waarvan
de zoekende mens
wordt gedragen en gestimuleerd
tot innerlijk ontwaken.
8-1-2023
Toen nu Jezus geboren was te Betlehem in Judea, in de dagen van koning Herodes, zie, wijzen uit het Oosten kwamen te Jeruzalem… (Mattheüs 2:1 NBG51 )
De wijzen uit het Oosten… De Oosterse culturen bevatten al eeuwen voor de geboorte van Jezus veel kennis en inzicht. Natuurlijk kennen we het oude Egypte maar ook andere volkeren bereikten grote hoogten. En juist deze wijzen trekken naar Betlehem, een eenvoudig plaatsje en dan nog naar een stal… Daar aanbidden zij het Christuskind.
Waarom is deze eenvoudige situatie niet te min voor hen? Het had zomaar gekund. Een zekere meewarigheid voor wat ze aantreffen zou niet zo vreemd zijn.
Wereldse machten herkennen niet de gebeurtenis; de herberg is gevuld met alles wat we aan levenslust willen ervaren. Er is geen plek… maar wel in de harten van deze wijzen.
Wijsheid is geheel wat anders dan kennis. Kennis kan grote hoogten bereiken zonder enige wijsheid. Tijdens de jaren dat Jezus verkondigende, verstaan velen met grote kennis niet wat Hij spreekt. Hetgeen er gezegd wordt, raakt eerder hun woede aan. Kennis kan bang zijn voor wijsheid omdat het de troon omver haalt waar ze graag op wil blijven zitten.
In de tekst lezen we dat het de wijzen zijn die dit kind bezoeken. Zij buigen voor wat boven hen uitstijgt. In hun harten verstaan ze het mysterie en zijn ze ontvankelijkheid. Een openheid die we in onze kenniswereld zo hard nodig hebben. Het begin ervan vindt plaats in jou en mij, in waar we met al wat we in ons dragen buigen voor dit Christuskind.
De dagen van geboorte
zijn niet af te dwingen
maar het gevolg van de werkingen Gods
die zich tot in het vlees openbaren.
Kennis wil grip
wijsheid staat open.
Bevruchting die naar geboorte leidt
kan alleen in een ontvankelijk hart
waar we steeds weer naar terugkeren.
27-2-2023
“En Hij trok rond in geheel Galilea en leerde in hun synagogen en verkondigde het evangelie van het Koninkrijk en genas alle ziekte en alle kwaal onder het volk.” (Mattheüs 4:23 NBG51)
Er is een uitleg die zegt dat we de genezingen door Jezus als een symbolische vertelling moeten zien. In werkelijkheid zouden deze genezingen niet kunnen. Wie dat stelt, ziet alleen de fysieke vormgeving van lichaam en psyche. Het is een lijden dat we de deur dichthouden van hoe de Ene de grond is van alle openbaring en zelfs de enige bestaansrecht van de openbaring is.
Zijn genezingen als door Jezus mogelijk? Bestaan wat wij wonderen noemen? We gebruiken het woord ‘wonderen’ omdat we niet de werking van de openbaring van de Ene herkennen. We kijken naar de vertellingen over de genezingen door onze aan de stof gebonden ogen en niet vanuit de diepte van de openbaring zelf.
Jezus laat zien dat de mens in zichzelf heel is, geborgen in God. De natuurlijke staat is geen beginsel maar de vormgeving van wie we zijn.
Wat is genezing? Mensen zochten naar fysieke en psychische genezing in hun noden, en dat doen we ook in onze tijd. Toch is Zijn leven en werk erop gericht om ons tot de herkenning van de Ene als onze grondslag van bestaan te brengen. De door Jezus verrichtte genezingen zijn er om iets van die diepte aan te tonen, niet allereerst omwille van het fysieke welzijn.
Genezing
is de weg naar heelwording
maar welke heelwording zoeken we bovenal?
Fysieke genezing is van tijdelijke aard.
Bewustwording van de heelheid
die in de mens rust
en waar we uit bestaan,
kent geen begrenzing in tijd en ruimte
maar overstijgt deze.
Aan ons om tot herkenning te komen
van dat we de grenzeloze en niet gebonden
openbaring van de Ene zijn.
Zelfs heelheid houdt hier op te bestaan.
27-3-2023
“Want Ik ben gekomen om tweedracht te brengen tussen een man en zijn vader en tussen een dochter en haar moeder en tussen een schoondochter en haar schoonmoeder; en iemands huisgenoten zullen zijn vijanden zijn.” (Mattheüs 10:35-36 NBG51)
Het is vastentijd. Nog een anderhalve week en dan is het Pasen. Moeten we het daar niet over hebben? Jawel, we deden de afgelopen dagen niet anders. We zagen hoe alle persoonlijke belangen in relatie tot de omgeving in onszelf plaatsvinden. Er zijn zoveel haken en ogen waar we innerlijk aan vastkleven maar dan nog is het onze wereld, van jou of van mij.
Jezus openbaart deze werkingen en daardoor is tweedracht zichtbaar. Zijn leven is niet anders dan wat hij uitsprak. Hij openbaart de tweedracht en zet het op scherp:
“Wie met Mij niet is, die is tegen Mij…” (Mattheüs 12:30 NBG51)
Laten we de zin blijven lezen als de openbaring vanuit de Ene; niet van een mens die we moeten aanhangen. Het lijkt een lastig verschil maar de mens Jezus is als de kapstok voor de beelden binnen ons ik en we zullen er graag van alles aan ophangen.
De diepte van Geest vertalen we naar de context van al onze beelden en zo dekken onze beelden de woorden van Jezus toe. Laat de beelden vallen en wat we dan lezen kan helderder worden verstaan.
Ken ik Jezus
of ken ik mijn beeld van hem?
Ken ik de Ene
of zie ik mijn beeld erover?
Noch Jezus,
noch de Ene
zijn in mijn beelden te vangen.
Mogen hun woorden
mij bevruchten
en tot een nieuw verstaan leiden
waarbinnen mijn voorwaardelijkheid wegvalt
en de Geest inwoning heeft.